Sportletsels

Een ongeluk zit in een klein hoekje

 

Hier leggen we het ontstaan, de oorzaken, de symptomen en de behandelingsmogelijkheden van sportblessures uit.

 

Wat is een sportblessure?

"Sport is moord"? Het gezegde dat Winston Churchill ooit bedacht, is vooral wijdverbreid onder degenen die niet van sport houden. Toch zit er een kern van waarheid in: degenen die regelmatig sporten, hebben een groter risico op blessures. Hieronder leggen we uit waarom blessures tijdens het sporten ontstaan en waarom het toch goed is om regelmatig te sporten.

Sportblessures zijn blessures die tijdens of direct na het sporten optreden. Tot de typische sportblessures rekent men bijvoorbeeld: 

Niet alleen professionele- en wedstrijdsporters, maar ook amateursporters kunnen met sportletsels te maken krijgen. Bij elk type sport kunnen blessures ontstaan, niet alleen bij extreme sporten zoals downhill mountainbiken, boksen of freestyle klimmen. Er zijn veel sporten die vooral bij recreatieve sporters populair zijn en die een hoog blessurerisico hebben. Hieronder vallen alle balsporten (voetbal, basketbal, handbal, tennis etc.), atletiek (sprint, verspringen, hoogspringen, kogelstoten etc.) en wintersporten (skiën, snowboarden, ijshockey etc.). Om een ongeval te voorkomen bij bijvoorbeeld contactsporten (sport met fysiek contact) is dubbele voorzichtigheid geboden, aangezien er ook rekening gehouden moet worden met het gedrag van de tegenstander. 

Bij welke sporten ontstaan nu de meeste blessures? Zaalvoetbal is de meest risicovolle sport, gemeten in aantal blessures per 1.000 uur sport, gevolgd door skeeleren/skaten/rolschaatsen, basketbal en mountainbiken. Veldvoetbal staat hier op de vijfde plaats.
 

Ballsportarten sind prädestiniert für Verletzungen an Fingern und Füßen.
Balsporten zijn voorbestemd voor blessures aan vingers en voeten

Oorzaken

Waarom men tijdens het sporten geblesseerd raakt, kan heel verschillende redenen hebben. Onvoldoende warming-up is ongetwijfeld een van de meest belangrijke redenen voor sportblessures, aangezien "koude" spieren veel vatbaarder zijn voor blessures. Dit komt doordat een optimale warming-up ervoor zorgt dat er enerzijds meer gewrichtsvocht wordt aangemaakt en anderzijds dat de spieren beter doorbloedt worden en daardoor beter van zuurstof en voedingsstoffen worden voorzien. 

Daar profiteren overigens ook pezen en banden van, omdat ze daardoor aanzienlijk hogere belastingen kunnen weerstaan. Spieren met een goede bloedtoevoer zijn ook elastischer en raken bij verhoogde inspanning niet te snel verzuurd (door melkzuur). "Koude" spiervezels kunnen veel sneller scheuren - wat tot spierpijn en, in het ergste geval, tot overbelasting, verrekking, spierscheuring of een Achillespeesblessure kan leiden.   

Een andere reden voor blessures tijdens het sporten is overmoed c.q. zelfoverschatting. Wie verkeerd traint, het lichaam overbelast of zichzelf geen rustpauzes gunt, loopt het risico zichzelf te verwonden. Als spieren, pezen of banden blijvend overbelast worden, neemt de kans op een scheuring (ruptuur) aanzienlijk toe.   

Ontbrekende of ontoereikende uitrusting kan ook letsel veroorzaken. Versleten schoenen of schoenen van slechte kwaliteit, hebben weinig demping, waardoor de gewrichten zwaar belast worden. Daarnaast verzwikt men, in schoenen die niet perfect passen, vaker de enkels (zie Pijn aan de enkel). Een stabiele stand, nodig om bijvoorbeeld veel balsporten te kunnen beoefenen, is dan niet meer gegarandeerd. Afhankelijk van de sport omvat de complete uitrusting niet alleen goed schoeisel, maar ook beschermende kleding, protectoren, gebitsbeschermers en helmen.  

Zelfs diegenen die alles voorbeeldig voorbereiden, consequent opwarmen, hun prestaties realistisch beoordelen en over de juiste trainingsapparatuur beschikken, zijn niet immuun voor mogelijke sportblessures. Dit omdat niet iedereen alleen traint. Bij de zogenaamde contactsporten kan er soms heftig fysiek contact met de tegenstander zijn. Bovendien bestaan er natuurlijk externe gevarenbronnen, zoals oneffenheden in de grond of slechte weersomstandigheden, welke nooit uit te sluiten zijn.

 

Die Sprunggelenke werden beim Sprint einer enormen Belastung ausgesetzt.
Bij het sprinten worden de enkels enorm belast

Symptomen

Zoals gebruikelijk bij blessures, veroorzaken ook sportblessures pijn. Deze kunnen variëren van licht tot extreem heftig. Dit afhankelijk van de ernst van de blessure van het aangedane lichaamsdeel. Als gevolg van de blessure treedt in het gewonde weefsel een zogeheten ontstekingsreactie op. Het weefsel zwelt meestal op (tumor), wordt warm (calor), wordt rood (rubor) en er ontstaat een blauwachtige blauwe plek (hematoom). 

Het geblesseerde gebied is extreem gevoelig voor aanraking. De mobiliteit is ernstig beperkt (functio laesa). De aangedane spieren kunnen nauwelijks of alleen met hevige pijn belast worden. 

Een voorbeeld: Als het laterale ligament van de enkel ernstig overrekt werd, kan de patiënt (meestal) helemaal niet meer opstaan en heeft hij externe hulp nodig om in beweging te blijven - in de vorm van krukken of twee steunarmen. Op dit punt wordt een speodig bezoek aan de arts aanbevolen om de aanwezige symptomen te verduidelijken.

 

Sprünge und schnelle Richtungswechsel beanspruchen die Knöchel enorm.
Sprongen en snelle richtingsveranderingen belasten de enkels enorm.

Diagnose

Als een sportblessure niet behandeld wordt of niet goed herstelt, kan dit tot chronische pijn leiden. Dit gebeurt vaak bij professionele atleten of wanneer de patiënten erg ambitieus zijn en te snel de dagelijkse training hervatten. Omdat de blessure dan nog niet helemaal genezen is, is de extreme belasting die sport veroorzaakt vaak te groot.

Bij sommige sportblessures is het vrij duidelijk waar de pijn vandaan komt en wat er precies gewond is geraakt. Zoals de skiduim, golfersarm of tenniselleboog. Maar ook hier is men pas zeker als er een medische diagnose gesteld werd. 

Om tot een gedegen medische diagnose te kunnen komen, wordt vaak gebruik gemaakt van beeldvormende technieken. Daarbij kan de arts röntgenfoto's, een echografie, computertomografie (CT) of magnetische resonantietomografie (MRI) aanvragen.

Het is hierbij echter belangrijk om te onthouden: hoewel alle bovengenoemde blessures onder de categorie sportblessures vallen, kunnen al deze blessures ook - buiten sportactiviteiten om - optreden. Een tennisarm of golferselleboog (het betreft hier bij beiden een epicondylitis) komen bijvoorbeeld niet alleen voor bij het tennissen of golfen, maar treft in toenemende mate ook de volgende beroepsgroepen: kantoorpersoneel, ambachtslieden, obers, muzikanten en caissières. 

 

Preventie

Veilig trainen betekent het dragen van passend schoeisel, het goed opwarmen van de spieren en het voldoende drinken om het vochtverlies te compenseren. Bij sommige sporten kunnen ook hand-, elleboog-, knie- en scheenbeschermers gebruikt worden om zichzelf tegen tegenstanders of de gevolgen van een val te beschermen.

Zodra er tijdens het sporten pijn optreedt, dient u onmiddellijk te stoppen en een pauze in te lassen. Alleen op deze wijze kunnen zogenaamde vermoeidheidsblessures zoals spier- en peesirritatie, gewrichtspijn of de klassieke vermoeidheidsfractuur worden voorkomen.

Voor iedereen die regelmatig sport, is een EHBO-kit aan te raden voor snelle eerste hulp. Dit moet het volgende omvatten:  

  • ontstekingsremmende zalf
  • pijnstillers
  • normale pleisters in verschillende maten
  • gips
  • gaasverbanden
  • mitella
  • indien nodig verkoelende gel of een ijspack

 

Wer umknickt, sollte den verletzten Fuß erst einmal hochlegen.
Bij een enkelverzwikking moet het voetje hoog gehouden worden

Nicht-operative Behandlung und Erstversorgung

Als eerste hulpmaatregel wordt de PECH-regel (Pauze, IJs, Compressie, Hoog leggen) toegepast. Het aangedane lichaamsdeel wordt opgetild en met een drukverband verbonden om gewonde bloedvaten sneller af te sluiten en zo zwelling tegen te gaan. Koelen met ijs is nu een beetje controversieel geworden. Als ijs gebruikt wordt, mag het nooit rechtstreeks op de huid komen, maar altijd in een doek gewikkeld - om bevriezing te voorkomen. De afkoeling van het getroffen gebied mag niet langer dan 20 minuten duren.  

Als de eerste hulp voltooid is en de patiënt nog steeds hevige pijn heeft, is het belangrijk om een arts te raadplegen. De arts kan dan pijnstillers en/of ontstekingsremmers voorschrijven (bijvoorbeeld in de vorm van een zalf). De ontstekingsremmende eigenschappen van de medicijnen zijn hierbij belangrijk. 

In veel gevallen zal de arts voor immobilisatie (of een gefaseerde revalidatie op een later tijdstip) een bandage of orthese voorschrijven. Zelfs een breuk wordt langzaam aan steeds minder in het gips gezet, omdat dit ook met een orthese te behandelen is. Veel sportblessures kunnen met fysiotherapie-oefeningen behandeld worden. Behandelingen met stimulatie middels stroom of geluidsgolven zijn ook gebruikelijke methoden. Pas na de voorgeschreven rustfase en de daaropvolgende mobilisatie kan de sportieve training langzaam hervat worden.

 

Operatie en nazorg

Niet elke sportblessure vereist een operatieve ingreep, maar bij sommigen is het onontkoombaar. Na een kruisbandruptuur, een veelvoorkomend type knieblessure in de sport, zijn er twee mogelijkheden: conservatieve therapie met een orthese, of een operatie. Het hangt ervan af van hoeveel de patiënt zijn knie in de toekomst zal willen blijven belasten en hoe stabiel de knie hiervoor moet zijn. In de regel bevelen artsen kruisbandoperaties aan voor atleten en jonge patiënten. In de meeste gevallen is de knie zonder operatie te instabiel en zou er slechts beperkte fysieke activiteit mogelijk zijn. Voetballers en skiërs hebben vaak last van een kruisbandruptuur. Een operatie wordt in de revalidatiefase meestal gevolgd door fysiotherapie.

Een gedeeltelijke spier(vezel)scheuring die niet met hevig bloedingen (hematomen) gepaard gaat, hoeft meestal niet geopereerd te worden, maar geneest vanzelf. Belangrijk hierbij is dat alleen dat men niet te vroeg weer met trainen begint. Dit omdat training nieuwe (micro)scheuren in de spiervezels kan veroorzaken, die op hun beurt weer extra littekenweefsel produceren als ze samengroeien. Hoe meer littekenweefsel, hoe minder elastisch de spier wordt en hoe beperkter de mobiliteit zal blijven.

Afhankelijk van de ernst van de sportblessure variëren natuurlijk ook de hersteltijden. Na onderzoek van de blessure kunnen artsen meestal een vrij goede schatting maken van hoe lang de patiënt rust moet houden en wanneer hij/zij waarschijnlijk weer kan beginnen met het opnieuw opbouwen van spiermassa en mobiliteit. Bij lichte verwondingen kan twee tot vier weken hersteltijd voldoende zijn, bij ernstige verwondingen kan het genezingsproces tussen de zes weken en drie maanden duren. Verwondingen aan de Achillespees kunnen soms tot zes maanden gevoeld worden.

 

Beim Skifahren ist oftmals das Kreuzband betroffen.
Bij het skiën raakt vaak de kruisband geblesseerd

 

Let op: dit artikel is louter informatief bedoeld en vervangt geen doktersbezoek.

 

 


De volgende producten kunnen verlichting bieden: